Grote grauwe stamcapucijner (v.a. 1940)


Synoniem: Grote Grauwe Stam


Kruisingsouder

Grote Grauwe Stamcapucijner is een halfhoge (80 à 90 cm) kapucijner. De peulen worden 6 tot 7 cm en zijn redelijk breed, met in de peul 5 erwten. De zaden zijn gedeukt, grauwbruin en hebben een zwarte kiem. Deze kapucijner heeft aan de basis gestaan van vele andere erwtenrassen als kruisingsouder.



Particuliere teelt

Het ras heeft in 1940 in de kwekerscatalogus van C. Arkenbout te Zwijndrecht gestaan, en van 1943 tot 1948 op de Nederlandse Rassenlijst voor Groentegewassen. Hierbij werd vermeldt dat het ras vooral door particulieren geteeld werd. Volgens de beschrijving zouden de zaden gespikkeld moeten zijn; dit is echter niet het geval met het zaad dat het CGN van deze kapucijner heeft. De verdere beschrijving komt wel overeen. De oorsprong van de zaden die nu worden beheerd door het CGN is vanuit de collectie van het voormalige Stichting voor Plantenveredeling. Deze heeft het rond 1940 weer gekregen van de toenmalige Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Groenten, nu NAK tuinbouw.

Teeltspecificaties

Type Kapucijner
Groeiwijze Stam
Teelt Volle grond
Zaadkleur en -vorm Grauwbruin met zwarte kiem, gedeukt
Zaaitijd Maart
Oogst Zowel in onrijp als rijp stadium