Uitleg en interpretatie van de N-bemestingsrichtlijnen
De stikstofbemestingsrichtlijnen geven de door de jaren heen gemiddelde optimale stikstofgift. De optimale stikstofgift is echter van veel factoren afhankelijk zoals o.a. voorvrucht, bemestingsverleden, vochtvoorziening en ziektedruk. Op basis van eigen ervaringen en kennis van percelen en gewassen kan de richtlijn dan ook aan de eigen situatie worden aangepast. Daar waar mogelijk zijn in deze adviesbasis richtlijnen gegeven voor dergelijke aanpassingen (o.a. onderwerken van groenbemesters en oogstresten en gebruik van dierlijke mest).
In de adviesbasis worden ook informele bemestingsrichtlijnen gegeven. Ze zijn als zodanig in de tekst aangemerkt. Dit zijn richtlijnen die in het algemeen met weinig onderzoek zijn onderbouwd of berusten op praktijkervaringen. Bij een voldoende onderbouwing kunnen deze informele richtlijnen op termijn worden omgezet in formele richtlijnen.
De meeste stikstofbemestingsrichtlijnen zijn gebaseerd op de hoeveelheid minerale bodem-N (Nmin). Hieronder wordt verstaan de hoeveelheid oplosbare minerale stikstof (NO3 + NH4) in de bemonsterde laag van het profiel. Voor de analysemethodiek zie pagina Overzicht analysemethoden en adviessystemen. De bemonsteringsdiepte is afhankelijk van het geteelde gewas en is weergegeven in de adviesformules. Wanneer door omstandigheden het gewas minder diep wortelt dan de geadviseerde bemonsteringsdiepte dient tot de actuele bewortelingsdiepte te worden bemonsterd. De formule bij de geadviseerde bemonsteringsdiepte blijft in dat geval gelden. De bemonsteringswijze moet overeenstemmen met die, welke bij erkende laboratoria gangbaar zijn (zie pagina Monstername).
Naast de N-bemestingsrichtlijnen is voor een aantal gewassen een stikstofbijmestsysteem (NBS) in de adviesbasis opgenomen. Het betreft aardappelen en een aantal groentengewassen. Bij de betreffende groentegewassen heeft gebruik van NBS de voorkeur.
De weergegeven stikstofbemestingsrichtlijnen zijn gebaseerd op volvelds bemesting met kalkammonsalpeter (KAS). Voor gewassen waarbij uit onderzoek is gebleken dat onder Nederlandse groeiomstandigheden op de meststofgift kan worden bespaard door rijenbemesting, is een apart advies voor rijenbemesting opgenomen.